Orthesetechnieken
Een orthese kan worden gemaakt om drukplekken te ontlasten, vooral aan en tussen de tenen of om een verkeerde teenstand te reguleren.
De orthese kan worden toegepast bij een weke likdoorn, druk-ontlasting bij een hamer- of klauwteen, bescherming van de knokkel bij de grote teen of een zenuwbeklemming.
Waar op letten als u een orthese draagt?
De orthese zal in het begin niet de hele dag gedragen hoeven te worden. U start met elke dag een uurtje extra in verband met mogelijke irritatie van pezen en banden.
Het is van belang dat u uw voeten dagelijks controleert op drukplekken, irritatie, blaar-vorming en of rode plekken. Heeft u minder of geen gevoel meer in uw voeten, laat de huid dan regelmatig door iemand anders controleren.
Houd er rekening mee dat de orthese op zijn plaats blijft zitten door het dragen van sokken. De orthese kan gemakkelijk gaan schuiven. Voelt u voor het aantrekken van uw schoenen of de orthese nog op zijn plaats zit. De orthese mag geen pijn doen of irriteren.
Advies bij het gebruik van een orthese
- De orthese, zonder te trekken, met 2 handen voorzichtig aan / afdoen om scheuren te voorkomen.
- De orthese draagt u het beste in een dichte schoen met sokken of kousen mits er voldoende ruimte is.
- De orthese dagelijks met zeep afwassen en afspoelen met koud water of lauw water. Na het afdrogen inwrijven met wat talk- of voetpoeder. Dit is noodzakelijk voor bescherming van de huid en de verweking van de orthese.
- De orthese mag s’nachts niet gedragen te worden.
Nabehandeling van uw orthese
- De eerste controle vindt plaats na 1 week en daarna iedere 4 á 6 weken.
- Bij risicopatiënten is de controle na 1 week en daarna iedere 2 weken.
- De derde controle vindt plaats na 6 maanden en bij risicopatiënten na 6 weken.
- Afhankelijk van de klachten kan de afspraaktermijn verschillen.
- Als uw teen goed gecorrigeerd is mag u de orthese nog uiterlijk 6 maanden gebruiken. Na deze zes maanden hoeft de orthese definitief niet meer worden gedragen.
Het is belangrijk uw orthese regelmatig te laten controleren. Maak op tijd een controleafspraak.